LATEN WE HET GEBEUREN 2

 

   


 | 19-11-2021 |

 

In de wereld wordt een derde van de 60.000 boomsoorten in de wereld met uitsterven bedreigd. Die bevinding is te vinden in een recent gepubliceerd rapport ‘State of the world’s trees’ van de Botanic Gardens Conservation International (BGCI), waarin de resultaten van vijf jaar wereldwijd onderzoek is gebundeld. In Europa wordt 58% van de wilde boomsoorten met uitsterven bedreigd. Ik schreef eerder over een Europese rapportage.

De onderzoekers concludeerden dat circa 17.500 boomsoorten in de wereld met uitsterven bedreigd worden. Meer dan 440 boomsoorten staan op de rand van uitsterven (in het wild minder dan 50 exemplaren). Eén op de vijf boomsoorten wordt door de mens gebruikt voor voedsel, brandstof, hout en medicijnen. Oorzaken zijn veelal overexploitatie en wanbeheer. Klimaatverandering en extreme weersomstandigheden zijn opkomende bedreigingen. Naarmate de temperatuur en de weersomstandigheden in de wereld veranderen, dreigen veel geschikte habitatten te verdwijnen.

De overheden kunnen samen met de particuliere boseigenaren veel meer dan ze doen. Bossen kunnen we ‘verloven’ (naaldbomen vervangen door loofbomen) en we kunnen andere soorten planten (zoals haagbeuken, gewone esdoorns, fladderiepen en populieren).

Maar ook:

  • Bij de aanleg van infrastructuur en bouw/reconstructie van woonwijken moet er meer aandacht komen voor betere groeiplaatsen en de keuze van het plantmateriaal;
  • Versterking van de biotoop van bomen binnen de bebouwde kom;
  • Meer onderzoek naar ziekten en plagen en de ontwikkeling van preventie- en bestrijdingsmethoden;
  • Meer onderzoek naar de effecten van waterbeheer, straling, bestrijdingsmiddelen, kwaliteit groeiplaatsen en luchtverontreiniging op de vitaliteit van bomen.

Bossen en bomen zijn ons toch dierbaar. Politici kom in actie! Neem de onderzoeken van de BGCI, INCN en de CEPF serieus en ga aan de slag.

 

Louis van der Kallen


   

‘ONZE’ WILDE BOMEN EN STRUIKEN

 

   


| 10-07-2021 |

 

Ik maak mij al jaren zorgen over het Nederlandse natuurlijk cultuurbezit in al zijn vormen. Zeker als het over bomen gaat. Met regelmaat vraag ik als raadslid (BSD) of waterschapbestuurder (Ons Water) of als initiatiefnemer van de Partij voor de Bomen aandacht voor onze bomen.

Voor het eerst (2005) nadrukkelijk via het initiatiefvoorstel tot invoering van een kapvergunningstelsel voor monumentale houtopstanden met onder andere een lijst van monumentale bomen zoals: een Fraxinus exc. Pendula (treures), twee Platanus x acerifolia (gewone plataan) en een Tilia europaea (Hollandse linde). Ik heb de afgelopen jaren in artikelen aandacht gevraagd voor verontrustende ontwikkelingen zoals de staat van de Europese bossen en het (dreigende) uitsterven van boomsoorten, en de achteruitgang van de vitaliteit van onze bomen en bossen zoals bij de Wodanseiken in Wolfheze.

Gelukkig ben ik in mijn zorgen niet alleen en zijn er deskundigen zoals ecoloog en cultuurhistoricus Bert Maes, die zich al jarenlang inzet voor behoud en aandacht van ons rijke natuurlijke cultuurbezit aan bomen en struiken behorende tot de wilde flora van ons land. Recent is van zijn hand de 720 pagina’s tellende Atlas van wilde bomen en struiken verschenen. Het boekwerk van Bert Maes is een inventarisatie maar ook een aanklacht tegen het beleid van de Nederlandse overheid inclusief Staatsbosbeheer en een roep om meer aandacht voor de (dreigende) teloorgang van dat steeds meer veronachtzaamde bezit aan wilde soorten bomen en struiken. Met name bij de aanplantwoede van bomen is het zaak om goed te weten of de aanplant qua soort, locatie en grondsoort passend is en de aanplant niet feitelijk een verwoesting betekent voor het ‘eigen’ genenbestand aan wilde bomen en struiken. Een rijk natuurlijk cultuurbestand dreigt verloren te gaan.

Het wordt tijd dat overheden en Staatsbosbeheer aandacht krijgen voor onze wilden bomen en struiken en dat ecologische opleidingen dit meegaan nemen in het curriculum.

 

Louis van der Kallen.

 


   

WODANSEIKEN

 

   


| 06-06-2021 |

 

De afgelopen weken zijn de minimaal 500 jaar oude woudkolossen, de Wodanseiken in Wolfheze in het nieuws. Hun vitaliteit is de afgelopen jaren achteruitgehold en een aantal is stervende. Niet van ouderdom, want ze kunnen in theorie wel 800 jaar worden, maar van een geleidelijke achteruitgang van hun biotoop. De Nederlandse landschappen, waarin de puur Nederlandse winter- en zomereiken al honderden jaren een prominente plaats innemen, verarmen door het afsterven van ‘onze’ eiken. In sommige bossen is de sterfte al meer dan 30 %. In 2013 is er onderzoek naar verricht en is er een rapportage verschenen “Eikensterfte: ernst, oorzaken en beheer” van de hand van Anne Oosterbaan.

In het algemeen wordt de overmaat aan stikstof en de verdroging als (hoofd-) oorzaak aangewezen. Zelf heb ik de gedachte dat er veel meer mogelijke oorzaken zijn aan te wijzen. Hoe is anders verklaarbaar dat in de periode 1970-1990 terwijl er sprake was van een veel hogere stikstofdepositie/belasting en er zelfs sprake was van zure regen er geen sprake was van eikensterfte van deze apocalyptische omvang. Nu komt men met surrogaat oplossingen als het strooien van steenmeel (calcium, magnesium en kalium weggespoeld door een verzuurde bodem) als vervanging van de ‘weggespoelde’ mineralen uit de verzuurde bodem. Ook worden bladetende insecten, zoals de kleine wintervlinder en rupsen genoemd als oorzaken.

Als ik al in het vroege voorjaar bruingele blaadjes zie aan de eens gezonde reuzen in ons landschap en de al jaren steeds meer doorzichtig wordende kruinen zie, ben ik geneigd ook naar andere oorzaken te wijzen. Er zijn meer aanwijzingen waarom de vitaliteit van onze bomen achteruitgaat!

De afgelopen twintig jaar wordt ons bomenbestand massaal aangetast door voor Nederland ‘nieuwe’ ziekten zoals de kastanjebloedingsgziekte, massaria, eikensterfte en de roetschorsziekte bij esdoorns. De essen zijn zelfs in een razend tempo aan het sterven door de essentaksterfte. Over minder dan tien jaar zullen we de essen in ons landschap en onze bossen totaal gaan missen. Ook ervaren we meer plagen zoals de processierupsen en een toename van barstafwijkingen zoals bastknobbels, baststrepen en bastscheuren.

  • Het Australische “Mount Nardi bio-diversiteits-onderzoek” (.PDF) beschrijft over een periode van vijftien jaar de verwoestende impact van de komst van 3G- en 4G-zendmasten in een ongerept natuurgebied in het regenwoud van Oost-Australië.

Ik heb een technisch-fysische achtergrond. Ik hecht daardoor aan harde metingen. Die zijn te vinden in de rapportage van het onderzoek “the effect on tree of pulsed digitally modulated high frequency electromagnetic fields produced by em transmitters”. Hierin worden de bio-potentiaal metingen aan boomcellen in een kooi van Faraday beschreven, waarbij tot op de minuut nauwkeurig was vast te stellen wanneer een WiFi router werd aan- of uitgezet. Er was een zichtbaar effect op de waarde en aard van het te meten bio-potentiaal.

De vitaliteit van onze bossen en solitaire bomen gaat snel achteruit en daarmee ook de biodiversiteit en de kwaliteit van ons landschap en onze leefomgeving. Dat vraagt om een antwoord. Niet alleen van de Rijksoverheid (Staatsbosbeheer) maar ook van de lagere overheden zoals de provincies, de gemeenten en de waterschappen. De overheden kunnen samen met de particuliere boseigenaren veel meer dan ze doen. Bossen kunnen we ‘verloven’ (naaldbomen vervangen door loofbomen) en we kunnen andere soorten planten (zoals haagbeuken, gewone esdoorns, fladderiepen en populieren).

Het wordt tijd dat de ogen opengaan en men komt tot een ander beleid! Een beleid gericht op de kwaliteit van de groeiplaatsen, de keuze van het plantmateriaal en versterking van de biotoop. Er moet ook meer onderzoek komen naar ziekten en plagen en de ontwikkeling van preventie- en bestrijdingsmethoden alsmede meer onderzoek naar de effecten van waterbeheer, straling, bestrijdingsmiddelen, en luchtverontreiniging op de vitaliteit van bomen. En na het onderzoek moet men ook openstaan voor de uitkomsten, ook als deze een ongewenst economisch gevolg zouden kunnen hebben. De bedreigingen van de gezondheid van de mens, de bomen, de andere flora en de fauna kunnen dat vereisen. Of moet Wodan als leider van het dodenleger tijdens het Joelfeest (het Germaanse winterzonnewendefeest) zich manifesteren om zijn en mijn geliefde eiken te beschermen? Bescherm de bomen voordat zij en daarna wij tot het dodenleger toetreden!

 

Louis van der Kallen.

Wodan op jacht met zijn dodenleger: ‘wilde jacht’.

 


   

LATEN WE HET GEBEUREN?

 

   


| jaar| nr. 004 | 21-12-2020 |

 

Recent is het rapport “State of Europ’s Forest 2020” van de CEPF (The Confederation of European Forest Owners) verschenen. Het is een rapportage waar Probos over de Nederlandse bossen informatie voor heeft aangeleverd. Het rapport bevat een aantal zeer verontrustende conclusies, onder andere:

  • Onze bossen lijden, onder meer door, de droogte;
  • In 33 % van het totale Europese bosgebied domineert één boomsoort;
  • Dit leidt tot monotone bossen (veelal naaldbomen en coniferen);
  • Die monotone inrichting geeft ziekten (schimmelziekten) en plagen meer kans zoals bastkevertjes van 5 mm die de fijnsparbossen in Duitsland en Polen aan het verwoesten zijn;
  • Zelfs de machtige robuuste beuken en de Japanse Larix zijn het onderspit aan het delven.

Vorig jaar (2019) was er al het IUCN rapport (Union for Conservation of Nature) over het dreigende uitsterven van 42 % van de inheemse Europese bomen. Dat gegeven verwerkte ik in een filmpje voor de partij voor de bomen.

In 2019 schreef ik een artikel over bomen en elektromagnetische-straling (EMS) en later publiceerde de Partij voor de Bomen een artikeltje waarin helder werd wat EMS-WiFi straling verandert aan het bio-potentiaal in een boomcel.

De Europese Commissie werkt nu aan een nieuwe bosstrategie, mede in het kader van een Green Deal. Zij laten het niet zomaar gebeuren! Wat doet de Nederlandse politiek? Wat doen de Nederlandse overheden?

De vitaliteit van onze bossen en solitaire bomen gaat snel achteruit en daar mee ook de biodiversiteit en de kwaliteit van ons landschap en onze leefomgeving. Dat vraagt om een antwoord. Niet alleen van de Rijksoverheid (Staatsbosbeheer) maar ook van de lagere overheden zoals de provincies, de gemeenten en de waterschappen.

De overheden kunnen samen met de particuliere boseigenaren veel meer dan ze doen. Bossen kunnen we ‘verloven’ (naaldbomen vervangen door loofbomen) en we kunnen andere soorten planten (zoals haagbeuken, gewone esdoorns, fladderiepen en populieren).

Maar ook:

  • Bij de aanleg van infrastructuur en bouw/reconstructie van woonwijken moet er meer aandacht komen voor betere groeiplaatsen en de keuze van het plantmateriaal;
  • Versterking van de biotoop van bomen binnen de bebouwde kom;
  • Meer onderzoek naar ziekten en plagen en de ontwikkeling van preventie- en bestrijdingsmethoden;
  • Meer onderzoek naar de effecten van waterbeheer, straling, bestrijdingsmiddelen, kwaliteit groeiplaatsen en luchtverontreiniging op de vitaliteit van bomen.

Bossen en bomen zijn ons toch dierbaar. Politici kom in actie! Neem de onderzoeken van de INCN en de CEPF serieus en ga aan de slag.

 

Louis van der Kallen


   

MOTIVATIE: ONDERZOEK ELEKTROMAGNETISCHE STRALING

 

   


| jaar| nr. 002 | 01-01-2020 |

De initiatiefnemers van de Partij voor de Bomen maken zich al geruime tijd zorgen over de vitaliteit van bomen in met name de bebouwde omgeving. Ondergetekende heeft een onderzoek gestart naar de effecten van de elektromagnetische straling van zendmasten op bomen. In dat kader zijn in september 2019 zowel naar veel boomkwekers als naar alle gemeenten een mail gestuurd met een uitvraag naar foto’s en naar eventuele ervaringen met schades aan bomen waarbij als oorzaak elektromagnetische straling wordt vermoed. Meer dan 80 % van de gemeenten reageerden binnen enkele weken. Veruit de meesten hadden op het gebied van schades aan bomen met als mogelijke oorzaak elektromagnetische straling geen ervaring. In een vijftal gevallen werden dit soort effecten wel vermoed. Een aantal gemeentelijke ‘boom’ ambtenaren namen telefonisch contact op. In die gesprekken erkende iedereen dat ook naar hun ervaringen de vitaliteit van het bomenbestand de afgelopen jaren aanmerkelijk verslechterd is. De ‘boom’ ambtenaren met vele jaren ervaring zien die vitaliteitsverandering al enkele decennia. Zonder dat er in hun ogen sprake is van een duidelijk aanwijsbare oorzaak. In de gesprekken en mailwisselingen werden wel een aantal mogelijke oorzaken genoemd o.a. veranderend waterbeheer, bestrijdingsmiddelen, kwaliteit groeiplaatsen, klimaatveranderingen, luchtverontreiniging en straling.

Recent is een rapport (mirror.pdf) uitgekomen van het International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN), waarin gesteld wordt dat van de onderzochte 454 boomsoorten op Europese bodem er 42 procent met uitsterven worden bedreigd en van de 258 endemische soorten 58 % met uitsterven worden bedreigd. Tot de bedreigde soorten behoren o.a. de paardenkastanje, de wilde lijsterbes, en de krimlijsterbes.

Zelf ben ik een man op gevorderde leeftijd (71) mijn vitaliteit neemt al jaren af. Met als gevolg dat ik makkelijker ziek wordt en als ik ziek ben ik meer tijd nodig heb om te herstellen dan toen ik jonger en vitaler was. Bij het bomenbestand neemt volgens de door mij gesproken groenambtenaren de vitaliteit in alle leeftijdsklassen af. Die groenambtenaren constateren tevens een toename van ziekten en plagen die de bomen aantasten. De afgelopen 20 jaar wordt ons bomenbestand massaal aangetast door voor Nederland ‘nieuwe’ ziekten zoals de kastanjebloedingsgziekte, massaria, essentaksterfte, eikensterfte en de roetschorsziekte bij esdoorns. Ook ervaren we meer plagen zoals de processierupsen. Toeval? Of is er meer aan de hand?

Het IUCN rapport past in een reeks van andere rapportages die laten zien dat de afgelopen decennia het insectenbestand enorm is afgenomen, de vogels in aantallen en soorten enorm is afgenomen. Vaak wordt er als oorzaak gewezen naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Niet uit te sluiten valt dat dit één van de mogelijkheden is. Maar is dat logisch als het gebruik van bestrijdingsmiddelen de afgelopen 30 jaar vrijwel is gehalveerd en veel nieuwere middelen veel sneller worden afgebroken dan de vroeger gebruikte middelen. Er is één mogelijke oorzaak die de afgelopen decennia een bijna exponentiële groei vertoond; staling. Ondergetekende schreef er eerder over.

Wat mij verbaast is dat met de vele reeds verrichtte onderzoeken de alarmbellen niet zijn gaan rinkelen terwijl daar mijn inziens alle redenen voor zijn. Jarenlang heb ik onderzoekswerk verricht waarbij ik tal van chemicaliën gebruikte, steeds diende ik volgens mijn werkgevers het voorzorgprincipe te hanteren. Als niet zeker was dat iets onschadelijk is werd ik geacht met dit soort middelen om te gaan alsof het zeer schadelijke stoffen betrof. Nu hebben politici het omgedraaid als iets niet ‘bewezen’ schadelijk is dan neemt men aan dat het onschadelijk is en stellen we de bevolking en schoolkinderen er gewoon aan bloot. Terwijl in Frankrijk de mobieltjes en IPad’s een school niet in mogen en alles aan de ‘draad’ moet mag in Nederland ieder kind aan straling binnen schoolgebouwen worden bloot gesteld. Ook is er een grote variëteit aan blootstellingsnormen (zie bijgaande afbeelding). Wij Nederlandse zouden volgens die normen van alle volkeren het best tegen straling kunnen!

bloodstellingsnormen

In een ander artikel op onze website “Results of bio–potential measurements”, een uittreksel van het onderzoek “The effects on trees of pulsed digitally modulated high-frequency electromagnetic fields produced by EM transmitters” (.pdf), van de Wageningen Universiteit blijkt zonneklaar dat elektromagnetische zenders zoals wifi zenders een effect hebben op het biopotentiaal van levende cellen van bomen! Lees en huiver. Het wordt tijd dat ook in Nederland men zich bewust wordt van de risico’s en mogelijke gevolgen van de alsmaar toenemende straling in de openbare ruimte en binnen gebouwen zoals scholen, huizen, werkplaatsen en fabrieken.

Ik hoop dat u als lezer op een andere manier gaat kijken naar de achteruitgang van het vogel- en insectenbestand en tegen de achteruitgang van de vitaliteit van bomen. Zoek actief naar oorzaken waarom steeds meer bomen minder vitaal worden en waarom ziekten en plagen waaraan bomen ten prooi vallen lijken toe te nemen. De PvdB ontvang graag uw meldingen van mogelijke boom/taksterfte waarbij invloed van straling wordt vermoed. Wij komen graag ter plaatse de straling meten.

Louis van der Kallen


   

RESULTS OF BIO-POTENTIAL MEASUREMENTS

 

   


| jaar| nr. 001 | 01-01-2020 |

Results of bio–potential measurements 2011 and 2012. Quotes from “the-effects-on-trees-of-pulsed-digitally-modulated-high-frequency-electromagnetic-fields-produced-by-em-transmitters” (.pdf) van Wageningen University, d.d. oktober 2013.

During the research in 2011 – 2012, it became clear that bio-potentials 1) in trees do change as a result of exposure to EM fields.

  • Bio-potentials originate within biological tissue as potential differences that occur between compartments. Generally, the compartments are separated by a (bio)membrane that maintains concentration gradients of certain ions via an active mechanism.

Change in bio–potential
Forced transition by switching off the EM emitters at 13:00 hours on the ash tree in climate chamber A4.

On 9 October 2012, all the EM emitters present (WiFi router and UMTS) were switched off at 13:00 hours. There was a visible effect upon the value of bio-potential.

Conclusions
With this research into the effect of pulsed digitally-modulated high-frequency electromagnetic signals from EM-emitters upon trees, it has become clear that these signals do have an effect upon the level of electrical potential, including bio-potential, produced by the cells of a tree. Significant proof was established of interruptions to the exposure to EM fields. Wageningen University and Research Center were able to ascertain that the correct timings of switching the equipment on and off were carried out doubly-blind by municipalstaff of Alphen aan den Rijn.

Origin of Measured Signals
We have built various types of loggers, experimented with different electrodes on different places in the tree bark. Over and over again we asked ourselves the same question: what are we measuring, is this really the bio-potential of the tree? We started out in 2006 and kept on experimenting during these years. With all these various types of loggers and electrodes we now dare to confirm: Yes, the signals we are measuring originate in the tree. We can clearly define day and night rhythms as well as temperature dependencies. We also saw the influence of pulsed high frequency electromagnetic signals.

To be absolutely sure that we are measuring the right thing we frequently ran a “dummy” measurement in a plane piece of timber wood along with our experiments. The next picture shows the outcome of such “dummy” measurements. It looks like there is happening a lot, however, it all happens on a scale from -1 to +5mV. That are 8 steps of the 8192 possible digital values of the A/D converter. I.e. this signal is within the noise and offset area of the system.

Although we clearly showed over and over again that pulsed high frequency signals cause “something” to happen in the bio-potential level of trees we realize that the work is still not finished…..
Conclusion Since the start of our investigations back in 2006 we learned a lot about the interaction between electromagnetic fields and trees. Some things are still unclear but we learned that with a good setup and careful monitoring we can blindly tell by the outcome of our measurements if an electromagnetic field is switched on or off in a test cell.

Conclusion
The voltage change of input 1 (Ash tree 1) showed that there is an opposite influence on the bio potential, the DC value of the Ash tree: If the Wifi routers are switched on, there is almost no voltage measured in Ash , 1 and if the Wifi routers are switched off, the voltage is increasing up to 20 mV.

By turning off the Wifi and light, it seems that the voltage of Ash tree 2 (input 2) and the Horse chestnut tree (input 4) is more flattened than when the Wifi and light is on. It seems that beside the light, as we expected, Wifi has influence on the DC value of the plant. According to the measurement results of plot a to f, there is no change of the measured voltage with a large loop area (input 3). The measurements with a smaller loop area of plot d on the Ash tree (input 1) also didn’t show any change of the measured voltage compared with the measurements of plot a. Therefore the conclusion can be made that the DC voltage measurements of the data logger is not interfered by the electromagnetic field of the Wifi routers and the electronic ballast of the fluorescent tubes. However the DC value generated in the tree stems seem to be interfered by the generated external electromagnetic fields.

The day/night (Circadian) rhythm of the ash tree was visibly documented using the bio potential measured. The nocturnal period can be rec ognised by its flat plotting.

The nocturnal period from 20:00 hours on 30 August 2011 until 4:00 hours on 31 August 2011 is visible. All the EM emitters (WiFi router, UMTS and DVB-T) present were switched off from 12:00 hours 30 August 2012 until 12:00 hours on 31 August 2011. An effect upon the value of the bio-potential of the ash tree as a result of switching off the apparatus can in this case be discerned. Change in bio Change in bio Change in bio Change in bio–potential on 9 October 2012. Forced transition by means of switching off the EM emitters at 13:00 hours in climate chamber A4, ash tree.
EM transmitters